V-woorden

Verkerk, Kees (1942) - De helft van de tandem Ard en Keessie die in de periode 1964-1971 het Nederlandse hardrijden nieuwe impulsen gaf. Kees Verkerk kwam achtmaal voor Nederland uit tijdens de Europese en wereldkampioenschappen van 1964-1971 en tweemaal bij de Olympische spelen: 1964 en 1968. Hij werd wereldkampioen in 1966 en 1967 en Europees kampioen in 1967 alsmede kampioen op de 1500 meter bij de spelen van 1968.

Vierkamp - Bij het allround hardrijden wordt onderscheid gemaakt tussen een kleine en een grote vierkamp. Doorgaans worden grote vierkampen gereden met 5000 respectievelijk 10000 meter voor de dames respectievelijk de heren. Bij de kleine vierkamp worden deze afstanden niet gereden en komt er een rit over 1000 respectievelijk 3000 meter voor in de plaats.

Vissering-Ruiterschaatsen – Zie koninginneschaatsen.

Voetstapel - Dat deel van een schaats, waarop de schoen of laars staat. Traditioneel was de voetstapel van hout. Rond 1900 kwamen ook metalen voetstapels in zwang. Zie ook hele en halve houten.

Vrouwen op het ijs - Kort na de oprichting van de ISU werden in 1893 in Berlijn de eerste 'gestandaardiseerde' internationale hardrijwedstrijden gehouden. Omdat er internationaal grote aarzeling was over de vraag of  het hardrijden wel een geschikte sport voor dames was, kon aan deze wedstrijden alleen door mannen worden deelgenomen. Deze discussie heeft voor het hardrijden geduurd tot 1936 toen in Stockholm de dames voor het eerst in een eigen klasse welkom waren bij de wereldkampioenschappen. Voor het kunstschaatsen lag de discussie iets gemakkelijker. Ook hierbij gingen de heren weliswaar voor (Berlijn, 1893), maar vanaf 1906 (Davos) werden de wereldkampioenschappen kunstrijden ook voor dames opengesteld.