Paarrijden - Een vorm van kunstrijden waarbij twee schaatsers samen een kür uitvoeren. De eisen zijn hetzelfde als voor het solorijden. Alle bewegingen moeten echter synchroon worden uitgevoerd, ongeacht de positie op het ijs. Daarbij zijn een goede timing en afstemming essentieel. Het paarrijden is de meest acrobatische tak van het kunstrijden. Er is moed en perfecte techniek voor nodig om de til-, werp- en draaibewegingen op spectaculaire wijze uit te voeren. Bovendien wordt veel aandacht besteed aan het spiegelen van de bewegingen. De wedstrijd bestaat uit twee delen: een korte kür (1/3) en een vrije kür (2/3). In de korte kür moeten acht, per wedstrijd vastgestelde, verplichte elementen worden uitgevoerd. Bij de vrije kür zijn de paren geheel vrij in hun keuze.
Parten – In de jaren-70 en -80 van de 19e eeuw was er een circuit van Friese broodrijders ontstaan. Dit waren wat men tegenwoordig professionals zou noemen. Zij reisden van plaats naar plaats om tegen elkaar (en plaatselijke amateurs) hard te rijden. Zij hadden elkaar nodig om dit circuit in stand te houden. Omdat de kost moest worden verdiend in een betrekkelijk korte periode van vriezend weer zou het uitputtend zijn om elke dag weer het uiterste van de krachten in de strijd te geven. Daarom werden er vaak vooraf afspraken gemaakt. De buit werd dus onderling verdeeld. Dit (ver)delen werd parten genoemd.
Pander, Klaas (1867-1940) - Een befaamde Hollandse hardrijder, die het rond 1890 de toenmalige Friese beroepsrijders vaak moeilijk maakte. Hij deed mee aan verschillende wereldkampioenschappen waarbij hij vrijwel altijd in de top-3 eindigde. Hij werd de eerste schaatsenrijder ooit die op kosten van de toenmalige Schaatsenrijdersbond op trainingskamp mocht, in 1889 naar Sankt Moritz in Zwitserland. Het resultaat mocht er zijn: hij werd in 1890 in Amsterdam wereldkampioen op de halve en de dubbele mijl. Klaas Pander was de leermeester van Jaap Eden.
Paulsen, Axel (1855-1938) - Noorse hard- en kunstrijder,
die rond 1900 internationaal furore maakte. Hij was de eerste die hard reed met
(zelfgemaakte) aan de laars vastgeschroefde geheel metalen schaatsen. Nadat
hij Jackson Haines had ontmoet en onder de indruk was geraakt van wat deze allemaal
met zijn schaatsen kon, ontwikkelde hij zich ook als kunstrijder. Hij stelde
een eigen repertoire samen waarmee hij de halve wereld rond zwierf om
tegen betaling zijn kunsten te vertonen. Hij bezocht o.a. Nederland, Duitsland,
Engeland, Canada en de USA. Bij het kunstrijden leeft zijn naam voort in de
vele axels die nog steeds worden uitgevoerd. Hij
schijnt overigens een ongezellige, zelfingenomen man te zijn geweest die er
slechts op uit was overal zo vlug mogelijk het prijzengeld op te strijken en
dan weer weg te zijn.
Pawlik, Eva (1927-1983) - Wellicht had Eva Pawlik
de Oostenrijkse Sonja Henie kunnen worden als
de Tweede Wereldoorlog geen roet in het eten had gegooid. Evenals bij Sonja
vielen Eva's talenten op zowel schaats- als acteergebied al vroeg op. Ze was
slechts vier toen zij al moeiteloos pirouettes draaide en axels sprong en pas
negen toen zij haar eerste filmrol speelde. Zij leek voorbestemd voor een glanzende
kunstrijdstercarrière, maar moest wachten tot na de Tweede Wereldoorlog alvorens
zij zich op internationaal niveau met anderen kon meten. Na de oorlog was Oostenrijk
een land onder geallieerd toezicht en werd het uitgesloten van de internationale
kampioenschappen, waardoor Eva Pawlik niet eerder dan in 1948 kon meedoen aan
internationale wedstrijden. Zowel bij de Europese als de Olympische kampioenschappen
van 1948 werd zij tweede achter de Amerikaanse Barbara Ann Scott. (Destijds
hadden de Europese kampioenschappen nog een open inschrijving). In 1949 zette
Pawlik die zilveren Europese plak om in goud. Hoewel er druk op haar werd uitgeoefend
haar amateur-carrière voort te zetten, besloot ze voor financiële zekerheid
te kiezen door toe te treden tot het gezelschap van de
Wiener Eisrevue.
Daar ontwikkelde zij zich in korte tijd tot een
gevierde vedette, zowel in de ijsshows als in de bioscoopfilms die dit gezelschap
produceerde. Zij was niet slechts een begenadigd solorijdster maar leverde samen
met haar echtgenoot Rudi Seeliger sensationele staaltjes paarrijden. In 1955
stapte het echtpaar over naar de Duitse Scala Eisrevue, maar in 1958
keerde het alweer terug bij de Wiener Eisrevue. Dat Eva niet slechts kon schaatsen
bewees zij door tussen het schaatsenrijden door Duits en Engels te studeren.
Zij sloot haar studies in 1954 af met een promotie. In 1961 besloot zij zich
aan het moederschap te wijden en zette zij een punt achter haar actieve schaatscarrière.
Tot 1972 deed zij jaarlijks voor de Oostenrijkse radio- en televisiezender ORF
verslag van de kampioenschappen kunstrijden. Vanaf 1973 was zij tot haar dood
in 1983 lerares Duits en Engels.
Pirouettes – Groep van figuren bij het kunstrijden waarbij het lichaam om zijn as tolt. Afhankelijk van de positie van armen en benen alsmede van de stand van de rug tijdens het tollen worden onder meer de volgende figuren onderscheiden:
Pirouettes kunnen op zowel het linker als het rechter been worden uitgevoerd en er kan zowel links- als rechtsom worden getold. Wordt de pirouette ingeleid met een sprong dan spreekt men van een flying spin.
Poolster, Stichting De – Nederlandse kring van circa 150 verzamelaars van schaatsen en andere winterse objecten die tweemaal per jaar een bijeenkomst organiseert. In het voorjaar wordt doorgaans een bezoek gebracht aan een uit verzamelaarsoogpunt interessante locatie. In het najaar wordt de jaarvergadering gehouden. In de periferie van deze bijeenkomst is er meestal gelegenheid om andere verzamelaars te ontmoeten en objecten te ruilen, te kopen of te verkopen. De stichting organiseert zo nu en dan besloten veilingen van schaatsen en daaraan gerelateerde objecten. De Poolster geeft het blad Kouwe Drukte uit, dat driemaal per jaar verschijnt.