L-woorden

Langebaan – In de beginjaren van het internationale hardrijden (eind 19e eeuw) werd gereden over in Engelse mijlen uitgedrukte afstanden. Na het tot stand komen van de ISU werden deze afstanden gestandaardiseerd op 500, 1500, 5000 en 10000 meter. Bovendien werd de ovale standaardbaan van 400 meter ingevoerd.

Leeftijd - Als het wintert begint het bij de ware liefhebber van het schaatsen te kriebelen. Dat de schaatskoorts zowel voor jong als oud geldt, blijkt uit het volgende. In de Rotterdamsche Courant werd in januari 1848 melding gemaakt van de Zaltbommelaar Cardol die met zijn 100 jaar geruime tijd op de Waal heen en weer schaatste. In 1864 stond in dezelfde krant dat een zekere Jongeneel bij Zevenhuizen ZH op zijn 99e met zoon, kleinzoon en achterkleinzoon nog een baantje trok.

Lidwina van Schiedam (1380-1433) – Lidwina werd op Palmzondag 1380 geboren. Zij werd Lijtwijt (zwaar lijden) genoemd, omdat haar moeder een moeilijke bevalling had. Toen zij 15 jaar was kwam zij op het ijs te vallen en brak daarbij waarschijnlijk een rib of een heup. Dat was het begin van veel leed, want het bot wilde niet helen en het ene na het andere onheil overkomt haar. Zij kwijnt weg, maar behoudt haar geloof. Dat maakte haar een voorbeeld voor anderen en nadat zij in 1890 heilig was verklaard tot patrones van de zieken. Maar ook de schaatsers zien haar als patrones, omdat de val in 1498 in een gravure werd vastgelegd. De gravure laat zien dat althans rond 1500 er al werd geschaatst en niet meer op botten werd gegleden. Het hier getoonde beeldje staat in de aan haar gewijde Sint Lidwinakerk in Schiedam.

Lift - Een beweging bij het kunstrijden waarbij de heer zijn partner van het ijs tilt. Bij het paarrijden wordt meestal boven het hoofd getild. Bij het ijsdansen zijn de bewegingen wat meer ingehouden.

Loop - Angelsaksisch synoniem voor de rittberger, een sprong bij het kunstrijden.

Luchtdruk - Een lage luchtdruk is gunstig voor hardrijders, omdat de lucht dan ijler is en minder weerstand geeft. Op hooggelegen banen is de luchtdruk van nature laag. Op laaggelegen banen hoopt men dat tijdens de wedstrijden de luchtdruk aan de lage kant zal zijn, omdat dit de prestaties positief beïnvloedt.

Lutz - De lutz is een sprong bij het kunstrijden. Hij dankt zijn naam aan Alois Lutz (1898-1918), een jong overleden talentvolle Oostenrijkse kunstrijder. Achterwaarts-buitenwaarts rijdend op het linker been buigt de rijder zijn knie zo diep mogelijk en draait zijn rechter schaats en rechterarm in de rijrichting. Hij prikt de punt van zijn rechter schaats in het ijs en strekt gelijktijdig het linker been, waardoor de rijder zichzelf lanceert. Door met de armen een draaibeweging in te zetten, wordt een schroefbeweging bereikt. Achterwaarts rijdend wordt op het linkerbeen geland. De sprong lijkt op de flip, die echter binnenwaarts rijdend wordt ingeleid. De lutz geldt als een moeilijkere sprong.