E-woorden

Eden, Jaap (1873-1925) – Jacobus Johannes Eden werd op 19 oktober 1873 in Groningen geboren. Zijn vader was gymnastiekleraar. Zijn moeder overleed kort na zijn geboorte, waarna Jaap werd grootgebracht door zijn grootouders, die in Velserend een hotel dreven. Daar leerde hij schaatsen. Op zijn vijftiende (1888) werd hij ontdekt door Klaas Pander, een goede hardrijder, die in 1890 officieus wereldkampioen hardrijden werd. Pander nam Jaap Eden onder zijn hoede en liet hem op 6 januari 1891 in Amsterdam in een goed bezette internationale wedstrijd starten. Hij werd derde achter de Amerikaan Joe Donoghue en zijn leermeester Klaas Pander. Daarmee was zijn naam gevestigd. Tussen 1891 en 1896 bouwde hij zijn faam uit en maakte internationaal furore als hardrijder. In 1893 werd hij in Amsterdam de eerste officiële wereldkampioen hardrijden op de schaats. In 1894 eindigden de wedstrijden onbeslist, maar in 1895 en 1896 prolongeerde hij zijn titel in respectievelijk Hamar en Sint Petersburg. Hij verbeterde tweemaal het wereldrecord op de 1500 meter, een keer op de 5 km en twee keer op de 10 km. Na het wereldkampioenschap schaatsen in Sint Petersburg besloot hij professioneel wielrenner te worden. Het wielrennen gold tot dan toe als middel om zich 's zomers in conditie te houden. Al spoedig bleek hij ook in deze tak van sport te excelleren en hij won dan ook de ene na de andere wedstrijd. Omdat de ISU vasthield aan strenge regels met betrekking tot de amateurstatus gaf hij het schaatsen op. Als wielrenner bereikte Jaap Eden echter toch niet wat hij zich ervan had voorgesteld. Daardoor verloor hij langzaam maar zeker zijn belangstelling voor de sport en in 1904 zette hij definitief een punt achter zijn actieve sportcarrière. Hij raakte aan de drank en overleed gedesillusioneerd op 3 februari 1925 in Haarlem.

Edge jump - Een sprong bij het kunstrijden die wordt ingeleid door een afzet met de zijkant van een schaats. Tot de edge jumps horen de Axel, de Rittberger en de Salchow.

Elfstedentocht – Wedstrijd- en toertocht van bijna 200 kilometer langs de elf Friese plaatsen die in de Middeleeuwen het stadsrecht hadden verkregen.

Engeland – Hoewel er in vroege geschriften gewag wordt gemaakt van het gebruik van botten om over het ijs te glijden, wordt toch algemeen verondersteld dat het 'echte' schaatsen in Engeland aan het einde van de 17e eeuw door Nederlandse arbeiders werd geïntroduceerd. Dit was de periode dat de Nederlandse stadhouder Willem III dankzij zijn huwelijk met Mary Stuart het koningsschap over Engeland uitoefende. De Nederlanders hielpen het moerassige gebied tussen Londen en de Wash droog te leggen en het lijdt geen twijfel dat zij ook in het winterse Engeland regelmatig hun schaatsen onderbonden. In tegenstelling tot wat velen denken, is ook in Engeland het georganiseerde schaatsen begonnen met hardrijden. De bakermat was de laaggelegen streek boven Cambridge, die ook wel werd aangeduid als Fen District vanwege het moerassige karakter met meertjes en waterlopen. Hier werd de zogeheten Fen skate ontwikkeld, een bijzonder model hardrijdersschaats. Omdat dit model ook wel wordt aangeduid als Whittlesey runner mag worden verondersteld dat de schaats werd ontwikkeld aan het Whittlesey Mere, een van de vele vennen. De eerste Engelse schaatsclub was een vereniging van hardrijders, die in 1742 in Edinburgh werd opgericht. Het kunstrijden kwam pas later in zwang als een ontwikkeling vanuit het sociale schaatsen op de stadse vijvers. Tegen het einde van 19e eeuw werd er bijvoorbeeld in Londen volop geschaatst: Hyde Park (Serpentine), Richmond (Battersea Park), Wimbledon, Regent Park, noem maar op. Hierbij ging het vooral om het maken van sierlijke bewegingen à la het Nederlandse zwieren en dus om vroege vormen van het latere kunstrijden. Waarschijnlijk als gevolg van de opening van verscheidene relatief kleine overdekte ijsbanen en de oprichting van verschillende ijsclubs ontwikkelde het sierlijke rijden zich in Engeland in de richting van het technisch uitdagende figuurrijden, dat tot het begin van de 20e eeuw werd aangeduid als English Style. Bij de verdere mondiale ontwikkeling van het kunstrijden heeft de in 1879 opgerichte National Skating Association een toonaangevende rol gespeeld.

English Style - Evenals in Nederland bestond er tegen het eind van de 19e eeuw een vorm van schoonrijden. Anders dan in Nederland echter werd er in Engeland echter meer in overdekte hallen gereden dan buiten. De ruimte was daardoor beperkt. Het gevolg is geweest dat er veel nadruk werd gelegd op de techniek van het schaatsen. Het beheersen daarvan moest worden gedemonstreerd door het zo goed mogelijk rijden van voorgeschreven figuren: cirkels, accolades e.d. Toen de International Skating Union (ISU) zich begin 20e eeuw ging bemoeien met het kunstrijden ontstond er getouwtrek met de aanhangers van een vrijere, meer acrobatische vorm van kunstrijden zoals die werd beoefend in Oostenrijk en Amerika. De meer ingetogen Engelse vorm van kunstrijden werd sindsdien met English style aangeduid ter onderscheiding van wat de International style' ging heten. Het gevolg van de schermutselingen was dat de kampioenschappen kunstrijden jarenlang uit een deel verplichte figuren en een deel vrije oefening bestonden. Het verplichte deel werd, mede om wille van de recette, steeds meer beperkt en tenslotte afgeschaft. Zie ook Figuurrijden en Kunstrijden.